Boer Jan besluit om de truckchauffeur voor het gerecht te slepen vanwege het feit dat hij na de aanrijding met die truck zijn werk niet meer goed kan uitoefenen.
De advocaat van de truckchauffeur vraagt in de rechtbank: 'Is het niet zo dat u na de aanrijding tegen de politie heeft verklaard dat er niets aan de hand was met u?
De boer antwoordt: '
Nou, ziet u, ik had mijn ezeltje Trudy in mijn wagen geladen en...'
'Nee,'
onderbreekt de advocaat hem, 'heeft u wel of niet verklaard dat u niets mankeerde tegen de politie?'
'Nou, ziet u...', begint de boer weer, 'ik had mijn ezeltje Trudy in mijn...'
Weer onderbreekt de advocaat hem en keert zich naar de rechter.
'Edelachtbare, deze man heeft verklaard op de plaats van delict dat hem niets mankeerde en nu een week later wil hij mijn cliënt aanklagen.
Lijkt mij een typisch gevalletje van fraude.'
De rechter wil echter het hele verhaal goed horen en vraagt aan de boer zijn verhaal af te maken.
De boer steekt van wal.
'Nou, ziet u...
ik had mijn ezeltje Trudy in mijn wagen geladen voor een inspectie bij de veearts.
Onderweg bij een kruising zijn we toen vol in de flank aangereden door de truckchauffeur die door rood was gereden.
Ik werd uit de wagen geslingerd en landde in een greppel.
Trudy werd ook uit de wagen geslingerd en kwam in een andere greppel terecht.
Ik was zwaar gewond en durfde niet te bewegen, maar hoor Trudy kreunen en steunen van de pijn en wist dat ze er slecht aan toe was.
Kort na het ongeluk arriveerde de politie.
Een agent liep eerst naar Trudy en bekeek de situatie.
Vervolgens pakte hij zijn pistool en besloot ter plekke een einde te maken aan het leed wat Trudy onderging.
Toen liep de agent naar mij toe met zijn pistool nog in zijn hand en vroeg: 'En hoe voel jij je?!'
Volgende mop: Een dronken automobilist wordt aangehouden door een agent