Droge Moppen: Een Man Gaat Op Een Dag Naar De Kermis En Ziet Daar Een Waarzegstertent Staan

Een man gaat op een dag naar de kermis en ziet daar een waarzegstertent staan.
Hij denkt 'laat ik daar es naar toe gaan.' De man stapt naar binnen en de waarzegster pakt z'n hand en brabbelt wat.
Ze pakt een papiertje en schrijft er wat op en zegt tegen hem: 'Dit mag je pas lezen als je op je sterfbed ligt.'
De man neemt het briefje in ontvangst en gaat weer naar huis.
Thuis vertelt hij zijn vrouw wat er allemaal gebeurd is en vertelt ook over dat briefje.
Zegt z'n vrouw: 'Als jij het nu niet lezen mag, dan mag ik het wel.'
Dus ze leest het briefje.
Direct nadat ze het gelezen heeft begint ze te schreeuwen: 'Ik ga bij je weg.'
Ze pakt de koffers en is verdwenen.
De man, nog steeds verbaasd, gaat maar naar z'n werk.
Op het werk aangekomen vertelt hij zijn baas wat er allemaal gebeurd is, over de waarzegster, en zijn vrouw en over dat briefje.
Zegt zijn baas: 'Laat me dat briefje dan eens lezen.'
De man geeft zijn baas dat briefje.
En direct nadat hij dat gelezen heeft begint de baas te schreeuwen: 'Opgerot je bent ontslagen!'
De man, nu dakloos en geen vrouw meer, gaat maar zwerven.
Na een paar dagen gezworven te hebben komt ie onder een brug een ander groepje zwervers tegen.
De man gaat bij hen zitten.
Dan vraagt één van de andere zwervers naar zijn lijdensverhaal.
Hij vertelt weer over de waarzegster, z'n vrouw, z'n werk en dat briefje.
Zegt één van die zwervers: 'Laat me dat briefje eens lezen.'
De man geeft hem het briefje en de zwerver leest het.
Direct daarna begint hij te schreeuwen: 'Opgerot, je bent hier niet welkom.'
De man, helemaal radeloos, z'n vrouw wil hem niet, geen werk meer, zelfs de zwervers willen hem niet, dan maar naar de marine.
Hij gaat bij de marine.
Als hij zijn opleiding heeft voltooid, zit hij ergens midden op de oceaan het dek van het schip schoon te maken met wat andere matrozen, vraagt één van de matrozen hoe hij hier op het schip is gekomen.
De man weer z'n hele verhaal vertellen, waarzegster, z'n vrouw, z'n werk, de zwervers en dat briefje.
De matroos vraagt aan hem of hij dat briefje eens mag lezen dan.
De man geeft hem dat briefje en de matroos leest het.
Nadat hij het gelezen heeft begint de matroos te schelden en te schreeuwen, smijt hem in een klein bootje en zet hem overboord.
De man ligt een paar dagen op zee te dobberen, half dood, denkt ie: 'Nu ik toch halfdood ben, mag ik dat briefje toch wel lezen.' Hij pakt het briefje en...
Woei!
vliegt het briefje weg...