Een Duitser en een Nederlander zitten op een bankje.
Vraagt die Duitser: 'Wat voor werk doe je?'
Zegt de Nederlander: 'Ik ben timmerman.'
De Duitser kan het niet zo goed verstaan en zegt: 'Was sagen sie?'
Zegt de Nederlander: 'Planken!'
Volgende mop: Een duitser rijdt onderweg naar zandvoort