Een hond, een aap en een beer gaan allen in dienst.
Ze willen alle drie niet in dienst en proberen er onderuit te komen.
De hond wordt gekeurd en breekt zijn staart.
Een hond zonder staart heeft geen richtingsgevoel, hij moet een eind lopen, maar hij zwabbert behoorlijk.
Hij mag niet in dienst.
De aap wil ook niet in dienst, hij besluit om zijn hand te breken, want een aap zonder goede hand kan niet klimmen, aan een aap die niet kan klimmen heb je niets.
De hond en de beer vragen hoe het ging, en de aap zegt dat hij moest klimmen, en afgekeurd werd.
De beer wil ook niet in dienst, maar ze weten slecht wat ze er mee aan moeten.
Dan besluit de aap om de beer z'n tanden uit te slaan, want aan een beer die niet kan bijten heb je niets.
Hij wordt gekeurd en komt terug.
En hoe ging het vragen de hond en de aap.'Ik bfenf fafgfekfeudf sfant fik fas vijf kilo fte sfaar'
lispelt de beer.
Volgende mop: Er zijn drie konijntjes aan het lopen in het bos twee hollandertjes en een vlaamse reus