De juf vraagt aan de klas of ze een voorbeeld van een 'vermoeden' weten.
Wimke steekt de vinger op en zegt: vanmorgen toen ik naar school fietsten, werd mijn band steeds zachter.
Nu vermoed ik dat hij lek is.
De juf zegt dat is een goed voorbeeld.
Nu verteld truuske wat.
Vanmorgen ging mijn moeder naar de slager om vlees te halen.
Nu vermoed ik dat we vanavond vlees eten.
Dat is een goed voorbeeld zegt de juf.
Nu de aller laatste zegt de juf.
Jij Jantje.
Vannacht moest ik naar de toilet ik ging naar beneden, maar toen ik beneden kwam zag ik het licht beneden in de huiskamer branden.
Ik maakte de deur open en zag mijn zus spiernaakt op de bank liggen, en haar vriend trok zijn onderbroek net aan.
Nu vermoed ik dat hij achter de bank heeft zitten poepen.
Volgende mop: Jantje zit op school en de juffrouw heeft een vraagsommetje